aanbrengen van verankering

Boomverankering
Bovengronds
Een bovengrondse verankering kan zijn dienst bewijzen bij een kleine tot middelmatige boom die bv. na een storm schuin is gewaaid. Dit kan door het plaatsen van één of meerdere stevige boompalen en de boom door middel van boombanden aan de palen te fixeren, of het plaatsen van één of meerdere spankabels, waarbij een  boombeschermband het beschadigen van de schors en bast voorkomt.
 
Ondergronds
Ondergrondse verankeringen zijn toepasbaar bij nieuwe aanplantingen en vooral nuttig bij het (ver)planten van grote bomen. Door de omvang van de kluit is een goede bovengrondse verankering dikwijls onmogelijk. Ook vanuit esthetisch oogpunt is dit de beste keuze.
Kroonverankering
Dynamische verankering
In sommige gevallen kan een kroonverankering nuttig zijn om het uitscheuren van zware gesteltakken te voorkomen. Kroonverankering is een kunstmatige, flexibele verbinding tussen takken onderling of tussen een tak en de stam, met als doel te voorkomen dat de tak uitbreekt of er toch voor te zorgen dat dit geen veiligheidsrisico kan inhouden.
Waar vroeger vaak stalen kabels werden gespannen tussen takken of stammen (statische verankering), worden nu echter slijtvaste touwen gebruikt die enige rek toelaten. De boom blijft gestimuleerd om reactiehout aan te maken op de zwakke plekken. Piekbelastingen tijdens een storm worden zo geleidelijk opgevangen waardoor er minder grote krachten op de aanhechtingen komen te staan.
 
Bij een erg ongelukkige zijwind is het niet altijd te voorkomen dat een verankerde tak toch losscheurt, het anker voorkomt dan wel dat er schade aan de omgeving ontstaat.